20 december - Matteüs 1:18-25
Bijbeltekst(en)
Mateus 1
Fa Yesus kon gebore
Arme Jozef! Zijn verloofde is zwanger, maar niet van hem. Het zal hem veel verdriet hebben gedaan. Maar dan verschijnt een engel in een droom, die hem vertelt dat Maria niets verkeerd heeft gedaan en dat het Gods werk is. Jozef mag het kindje twee namen geven: Jezus, wat betekent dat God mensen bevrijdt van hun zonden, en Immanuel, wat betekent dat God met ons is. Wat zal Jozef verbaasd, verwonderd, maar vooral hoopvol zijn geweest: het komt goed! ‘Want die grote God, over wie Micha schrijft, komt dicht bij ons. Hij ontfermt zich over ons en vergeeft ons onze zonden.
Welke van de twee namen die Jozef het kindje mag geven spreekt je het meest aan? Waarom?