1Een psalm uit de bundel van David.
U draag ik dit lied op, Heer!
Zingen wil ik van goedheid en recht.
2Een leven zonder smet,
dat is mijn doel.
Wanneer komt u bij me?
Ik leef met een zuiver hart
te midden van mijn hovelingen.
3Ik heb geen lage bedoelingen,
ik verafschuw verkeerde praktijken,
ik houd mij er niet mee op.
4Met gekuip laat ik mij niet in,
het kwaad ga ik uit de weg.
5Verklikkers en aanbrengers
leg ik het zwijgen op.
Verwaande en verwaten mannen
kan ik niet verdragen.
6Ik verkies wie God trouw blijven,
wie smetteloos leven;
hen laat ik toe aan mijn hof,
zij mogen mij dienen.
7In mijn paleis duld ik geen bedriegers,
leugenaars komen mij niet onder ogen.
8Wie leeft zonder God of gebod
leg ik het zwijgen op;
als ik in de morgen rechtspreek,
verban ik hem uit de stad van de Heer.
Uw browser ondersteunt geen HTML5 audio.