1Een pelgrimslied.
Ik riep tot de HEERE in mijn benauwdheid,
en Hij verhoorde mij.
2HEERE, red mijn ziel van de valse lippen,
van de tong vol bedrog.
3Wat zal de tong vol bedrog u geven?
Wat zal die aan u toevoegen?
4Scherpe pijlen van een machtig man,
en gloeiende houtskool van bremstruiken daarbij.
5Wee mij, dat ik als vreemdeling in Mesech verblijf,
dat ik woon in de tenten van Kedar.
6Mijn ziel heeft lang gewoond
bij hen die de vrede haten.
7Ik ben vreedzaam, maar als ik spreek,
voeren zij oorlog.
Uw browser ondersteunt geen HTML5 audio.