1Een bedevaartslied.
Toen de Here de gevangenen van Sion deed wederkeren,
waren wij als degenen die dromen.
2Toen werd onze mond vervuld met lachen,
onze tong met gejuich.
Toen zeide men onder de heidenen:
De Here heeft grote dingen bij hen gedaan!
3De Here heeft grote dingen bij ons gedaan,
wij waren verheugd.
4Here, wend ons lot
als beken in het Zuiderland.
5Wie met tranen zaaien,
zullen met gejuich maaien.
6Hij gaat al wenende voort,
die de zaadbuidel draagt;
voorzeker zal hij komen met gejuich,
dragende zijn schoven.
Uw browser ondersteunt geen HTML5 audio.