Geschiedenis
Bijbelverspreiding in Suriname vond in de eerste helft van de 20e eeuw vooral plaats via de Vereniging tot verspreiding van Bijbels en Traktaten, onder auspicien van het Nederlands Bijbelgenootschap. Deze vereniging was een samenbundeling van de Lutherse Gemeente, de Hervormde Gemeente, de Evangelische Broedergemeente en de gemeente van gedoopte Christenen (nu bekend als de Baptisten) en later ook het Leger des Heils. De EBG heeft in de verspreiding van de Bijbel in Suriname altijd een belangrijke bijdrage geleverd. In het begin was de firma C. Kersten & Co depothoudster van de Vereniging, later nam de Stadszending deze taak over. Naast het verspreiden van Bijbels heeft de Vereniging ook traktaten verspreid en ook activiteiten uitgevoerd ten behoeve van de Protestanten in Suriname. In 1956 heeft het Nederlands Bijbelgenootschap dr. Jan Voorhoeve als taalgeleerde en Bijbelvertaler afgevaardigd naar Suriname. Hij heeft samen met ds. Rasmus Schmidt de boeken Lucas en Handelingen en de Bergrede gereviseerd. Dit team heeft samen met evangelist Emelius Liefeld ook het boek Handelingen in het Saramaccaans vertaald. Met het vertrek van Voorhoeve, begin jaren zestig was de tijd aangebroken voor de oprichting van een eigen Surinaams Bijbelgenootschap.
Op 3 mei 1966 was het dan zover. Met een bedrag groot duizend gulden dat hij van het Nederlands Bijbelgenootschap had ontvangen, heeft drs. Karel Zeefuik de Stichting "Surinaams Bijbel Comitee" officieel opgericht. Het doel van die stichting was: (1) de Bijbelverspreiding in de ruimste zin des woord; (2) de bevordering van het goede gebruik van de Bijbel. Volgens de statuten zouden de leden van het bestuur een zo groot mogelijke vertegenwoordiging van de Protestants Christelijke kerken en groeperingen in Suriname dienen te vormen. In 1971 heeft de stichting een naamsverandering ondergaan, en werd deze: Stichting Het Surinaams Bijbelgenootschap.
Het in 1972 gekozen bestuur heeft zich gericht tot de Wereldbond van Bijbelgenootschappen om door haar erkend to worden als een lid van dit lichaam. In 1973 werd Suriname erkend als een nationaal kantoor, onder supervisie van het Regionaal kantoor in Mexico. Voortaan werden alle bestellingen voor Bijbels gedaan via dit regionaal kantoor en niet meer rechtstreeks bij het Nederlands Bijbelgenootschap.
Een nieuw bestuur onder voorzitterschap van P. R. J. Doth heeft gewerkt aan nieuwe statuten om zodoende de stichting meer in overeenstemming to brengen met de structuren van het Bijbelgenootschap, zoals die intemationaal erruit zien. In deze nieuwe statuten werd onder andere opgenomen dat de Stichting bestuurd wordt door een bestuur waarin vertegenwoordigers van alle met het SBG samenwerkende Christelijke kerken en groeperingen zitting hebben. Het Bijbelgenootschap stond toen ook open voor niet Protestantse Christelijke kerken. Met medewerking van het Regionaal kantoor van Amerika, konden er plannen gemaakt worden voor de uitbreiding van het werk. In 1981 werd voor het eerst een manager aangesteld, die voltijds in dienst van het genootschap zou zijn. De eerste directeur was de van Guyana afkomstige Reverend Cedric Melroy Singh. Met zijn indiensttreding moest men ook uitkijken naar een ruimte om het werk van het genootschap optimaal uit te voeren. Tot op dat moment maakte het genootschap gebruik van de ruimte van de boekwinkel van de stichting Het Goede Boek.
Van de heer Van der Voet kreeg de stichting belangenloos een ruimte aan de Wagenweg straat 9. In 1982 en 1984 kreeg het genootschap ook de verantwoordelijkheid voor Bijbelverspreiding in respectievelijk Guyana en Frans Guyana. Vanwege groei was het genootschap genoodzaakt naar een andere ruimte te verhuizen. In 1985 nam het kantoor haar intrek in het pand aan de Gravenstraat 39. Na dit gebouw een paar jaren gehuurd to hebben kon het in 1990 middels een lening van het Nederlands Bijbelgenootschap gekocht worden. Deze lening werd in 2000 afgelost.
In 2018 werden de Statuten van de Stichting voor het laatst in zijn geheel gewijzigd.